We wilden voor de zomer weer regiobijeenkomsten houden, maar helaas kon dat om begrijpelijke redenen niet doorgaan. Daarom hebben we als bestuur besloten om in augustus en september op bezoek te gaan bij in totaal zestien besturen van onze leden. Gesprekspunten waren onder andere wat betekenen de diverse coronamaatregelen voor jullie huis, hoe werk je als huis en wat zou je willen, de relatie met de gemeente en wat kan ’t Heft betekenen. We komen hier een volgende Nieuwsheft nog uitgebreider op terug.
We willen nu vooral stilstaan bij het beeld dat we kregen van de corona-effecten. Voor de exploitatie is die voor iedereen zeer nadelig. Hoewel afhankelijk van de omstandigheden zoals zijn er vast huurcontracten of wordt op uurbasis afgerekend, hoeveel medewerkers heb je in dienst werken vooral de sterke afname van consumpties negatief door. Logisch dat daar een grote afname zit. Mensen mogen niet meer blijven ‘hangen’, grotere festiviteiten zoals pronkzittingen en dergelijke gaan niet door.
De diverse regelingen waarvoor, dankzij onze landelijke lobby, ook de huizen in aanmerkingen komen zijn nu ook weer verlengd, maar bieden nog geen volledige dekking voor onze huizen. Dat is voor ons problematisch omdat de opzet van de exploitatie niet gericht is op winst maken en het vermogen wat er is feitelijk een voorziening is, noodzakelijk om zaken te kunnen vervangen. Daarom is het ook een goede zaak dat gemeenten ook van het rijk middelen hebben gekregen om de huizen te compenseren voor tegenvallende inkomsten.
Uit onze gesprekken blijkt dat de huizen in alle gevallen met de gemeenten in gesprek zijn over die compensatie, maar nog niet duidelijk is in welke mate men gecompenseerd gaat worden. Het nu hierover in gesprek gaan met gemeenten biedt ons inziens ook kansen om als bestuur met de gemeente mede belanghebbende te spreken over de toekomst van het huis, wat er nodig is om het toekomstbestendig te laten zijn en hopen dat de gemeente daarbij behulpzaam kan zijn. We horen van verschillende besturen dat gemeenten zeker het belang van buurt- en dorpshuizen inzien en er in die zin bij betrokken, maar weinig faciliteiten ter beschikking stellen aan het bestuur om zichzelf en het dorpshuis verder te ontwikkelen. Ons inziens bieden de huidige gesprekken met gemeenten een kans om juist dit onderwerp te agenderen.