Het verdriet, onrust en angst die de coronapandemie met zich meebracht heeft de besturen, medewerkers en natuurlijk bezoekers van de huizen niet onberoerd gelaten. Naast hetgeen verschillenden onder ons in eigen kring persoonlijk meemaakten, was ook de sluiting voor onze gasten vervelend. Sociale activiteiten werden in belangrijke mate tot nul gereduceerd. Voor wie de wekelijkse bingo het enige uitje was, was er nu weinig meer om naar uit te kijken. Als er een ding duidelijk is geworden is het wel het grote belang dat de dorps- en gemeenschapshuizen spelen in het op gang houden van het sociale leven; samen zingen, gewoon met elkaar kletsen, toneel spelen, musiceren, samen eten enzovoort. Als het niet meer kan merk je wat je mist. Om die reden zijn veel besturen ook geweldig in de weer geweest om toen we weer met beperkingen open konden zoveel mogelijk te regelen om toch zoveel mogelijk mensen te kunnen ontvangen. Ook al was het in verschillende situaties zakelijk gezien niet eens zo aantrekkelijk.
Tegelijkertijd speelden er de zorgen rond de financiën. Landelijk hebben we er hard aan getrokken, met succes, om ook de dorps- en gemeenschapshuizen als onderneming in aanmerking te laten komen voor de diverse regelingen. In de meeste gevallen is dat echter onvoldoende en is financiële steun van de gemeente. Dankzij landelijk lobbywerk hebben de gemeenten hiervoor ook (niet geoormerkt) 17 miljoen ontvangen voor ondersteuning van de dorps- en gemeenschapshuizen.
Ook voor veel gemeenten geldt dat zij zich juist in deze tijd meer en meer bewust zijn geworden van de belangrijke rol die gemeenschapshuizen spelen voor de sociale structuren van een dorp of wijk. Een aantal hebben zich mede daarom ook voorgenomen om met de huizen te bezien hoe die rol versterkt kan worden. Voor wat betreft de extra financiële ondersteuning betreft zijn de meeste gemeenten ontvankelijk gebleken om met de besturen de consequenties op een rij te zetten. Of dat in alle gevallen ook tot voldoende extra support zal leiden is nog niet helemaal duidelijk.
Het eerste half jaar van 2021 zal naar verwachting nog de nodige beperkingen in het gebruik voor de huizen betekenen, maar de hoop is er om na de zomer weer op volle kracht vooruit te kunnen. Met extra inzet van alle betrokkenen bij de dorps- en gemeenschapshuizen en de diverse maatschappelijke en commerciële organisaties, de gemeentelijke overheid moet het lukken om niet alleen als huis deze moeilijke periode achter je te laten, maar er vooral sterker uit te komen.
Een gezond en voorspoedig 2021!
Bestuur Stichting ’t Heft